Voor de massamens dient het leven altijd gemakkelijk en overvloedig te zijn; de tragiek van het bestaan kent hij niet. Alles is geoorloofd, want beperkingen zijn er niet. Geestelijke inspanningen zijn niet nodig... (p.16)
Het stuk, waarin hij verwijst naar Ortega y Gasset, gaat nog een tijdje zo door over de, als ik het goed interpreteer, luiheid van de massamens. Mmm, waarom herken ik hier geen doorsnee mensen in? Het lijkt of hier een soort 'ubermassamens' wordt beschreven, een voorbeeld voor alle mensen die ook massamens willen zijn: Wil je massamens zijn, hier lees je hoe het hoort!!
Hoe moet ik dit lezen? Want ik ken deze massamens niet hoor. Ik ken geen mensen die geen tragiek kennen, die geen beperkingen hebben. En dat het leven gemakkelijk, overvloedig en geestelijk lui moet zijn? Tja, ook logisch, als je ervan uitgaat dat iedere soort zich in de basis alleen richt op overleven. En dat doe je door zo min mogelijk energie te verspillen aan het doorkomen van je dagen. Ok, dat weet je nu wel, dus hier zal ik over ophouden. Maar ik vind het toch jammer dat Riemen met dit soort makkelijk te doorprikken argumenten komt, want ik heb al van een aantal lezers begrepen dat ze het hierdoor wat 'makkelijk' beargumenteerd vinden.
Wat bedoelt hij hier met 'beperkingen'? En met 'tragiek'? Moet ik het in de tijdsgeest van Ortaga y Gasset lezen? Was er in die periode iets dusdanig veranderd in de maatschappij dat mensen anders in het leven zijn gaan staan? Welke beperkingen zijn weggevallen? En welke tragiek? En leverde de doorsnee mens voorheen dan wel geestelijke inspanning? Ze konden vaak niet eens lezen!? De meesten verrichten handenarbeid, worstelden om te overleven. Hoe moet ik dit lezen?
En dan op pagina 18: 'Het komt er dus op neer dat Europa geen moraal meer heeft.'
Nou, hier voel ik mezelf dus flink beledigd (mag dat?), want 'Europa' is niets anders dan een verzameling Europeanen en daar ben ik er één van. 'Europa heeft geen moraal' = ik heb geen moraal'.
En dan al die mensen die hun kneiterste best doen om anderen het leven zo goed mogelijk te maken, zoals maatschappelijk werkers en vrijwilligers, hebben die geen moraal?
Nogmaals, hoe moet ik dit lezen? En schopt Riemen met deze citaten niet onnodig, want niet geheel realistisch, mensen voor de schenen die dit essay hierdoor misschien minder serieus nemen maar het wel met veel ernst zouden moeten lezen?
Gelukkig nuanceert Riemen het geheel ook weer, door er zelf de term 'nihilistisch karakter' aan te hangen. Dat klinkt al veel realistischer. Want het is inderdaad zo dat 'men' vooral bezig is met consumeren. Dit lijkt me logisch gedrag: de hele dag zoeken naar 'eten'. Alleen, hé, dat hoeven we niet meer want we werken om dat eten vervolgens te kopen. Maar wat blijkt: die zoekdrift hebben we nog. Dus gaan we nutteloze dingen en snacks kopen. Logisch. Dat dit uiteindelijk niet bevredigend is en in sommige gevallen zelfs uiterst schadelijk voor de moraal van deze shoppers, en dat dat je je tijd beter kunt gebruiken, tja, dat is wat anders.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten